Stijlvol teruggrijpen met Jack White in de Ronda


Al maanden van te voren waren ze stijf uitverkocht. De twee optredens van Jack White in TiVre op twee opeenvolgende dagen. Ze maken deel uit van een korte Europese tournee waarvan de meeste landen zijn uitgesloten, zelfs Duitsland en België worden overgeslagen. Rietveld-city boft dus maar weer eens, al dreigen haar inwoners buiten het potje te piesen. Het is enkel aan de zegeningen van Ticketswap te danken dat er werkelijk op het àllerlaatste moment toch nog kaartjes ingeslagen konden worden. Okay, daarvoor moet je een eurootje of 80 per stuk schuiven maar dan hèb je ook wat.

Bij de ingangen van de Ronda hangen kleurenprintjes: ‘Cameras not allowed.’ Niet verrassend want al langer is bekend dat Jack White een pleurishekel heeft aan smartphones bij optredens. Concerten vergelijkt hij met kerkdiensten, daar wordt de beleving toch ook niet in de weg gestaan door die ondingen? Nou dan! Maar controle bij de Ronda-deuren is er niet, laat staan dat er smartphones ingeleverd moeten worden. Er wordt zogezegd niet op gehandhaafd. Gevolg: het gebruikelijke woud aan smartphones steekt ook deze avond de kop op boven de hoofden van het publiek.

En wat een opvallend beschaafd publiek toch weer. Geen wanklank te bespeuren, alle aanwezigen gaan keurig gekleed, iedereen ruikt naar de shampoo, de airco is perfect afgesteld en slechts hier en daar komt er een biertje door. Een kind met van die tractor-oorbeschermers wordt op de schouders van zijn vader gehesen, en hey kijk daar zeg, een crowdsurfer! Damn, je zou er zomaar nostalgische gevoelens van krijgen en terugverlangen naar the end of the century. Het tijdperk waarin concerten altijd zweterig waren en nóóit voor 22.00 uur begonnen. Toen hashdampen, knokpartijtjes, graffiti en dronkenschap er nog gewoon bijhoorden. Hmm heerlijk, toen gebéurde er nog wat!

Over nostalgie gesproken, de White Stripes behoren ook daartoe. Het duo uit Detroit maakte in de periode 1994-2004 een enorm diepe indruk met hun rudimentaire bluesjes. Met als wapens hun eindeloze charme en hun smaakvolle stijlvastheid wisten ze vriend en vijand voor zich te winnen. Dat alles culmineerde in de overbekende, wereldwijd omarmde stadionstamper ‘Seven Nation Army.’ Waarschijnlijk brengt dit ene nummer bij huize Jack White meer royalties in het laatje dan alle andere White Stripes-songs bij mekaar. Op Spotify telt dit liedje zowat 2 miljard streams.

Al tijdens hun bestaan was het niet meer dan logisch dat de White Stripes tegen hun eigen beperkingen aan zouden lopen. Het duo-schap en met name het very basic drumwerk van Meg White stonden verdere ontwikkeling in de weg. Na het uiteenvallen van de band verdween zij -in wezen een heel verlegen meisje natuurlijk- in de anonimiteit terwijl Jack zich zou opwerken tot wereldster. Achteraf gezien waren zijn vervolgbands The Ranconteurs en ‘supergroep’ The Dead Weather slechts korte oprispingen: sedert een jaar of dertien heet zijn band gewoon ‘Jack White’ en niks anders.

In de Ronda worden we eraan herinnerd dat alles bij Jack White in het teken staat van stijl. Tegen de achterwand staat een vloeiende lijn van aaneengeschakelde custom-made versterkers. De podiumlampen beperken zich tot een blauw-witte kleurstelling (in tegenstelling tot het rood-wit ten tijde van The White Stripes) en zelfs over aankleding van de roadies is nagedacht: allen gaan zij gestoken in zwarte kostuums met bijpassende hoedjes. Ook Jack’s Fender-gitaar is custom-made, al steekt het geel-zwart ervan af tegen de rest van de podiumattributen.

Het spectaculaire hoogtepunt van deze tweede avond in Ronda voltrekt zich meteen al bij het eerste nummer. Halverwege het liedje sjouwen twee roadies de bekende ligstoel van Gerrit Rietveld het podium op. Jack gaat erin zitten en speelt een vloeiende solo. Solo klaar, stoel weg. Alles bij elkaar een actie van nog geen halve minuut. Uiterst memorabel! Onwillekeurig vraag je je meteen af: zou hij vanmiddag nog het Centraal Museum bezocht hebben? Of wellicht de Rietveldroute gedaan hebben? En waar zou hij overnacht hebben? In Karel V misschien? Wat ook meteen opvalt: qua verschijning mag Jack er nog steeds wezen. Aan energie en souplesse heeft hij (binnenkort wordt ie 50) niks ingeboet, in al die jaren lijkt er geen grammetje vet bij te zijn gekomen. Een ouwere kop heeft hij nauwelijks gekregen. Ook op zijn stem zit geen sleet, de hogere registers weet hij nog steeds feilloos te halen. Kom daar maar eens om bij Bob D. of Chuck D!

Qua muziek is het in essentie nog steeds oersimpele bluesrock wat de klok slaat, maar dan retestrak uitgevoerd door een stel klassemuzikanten. Waren The White Stripes al schatplichtig aan Led Zeppelin, Jack’s huidige band is gewoon Led Zeppelin in het kwadraat. Wat zeg ik: met zijn hoge stem en scherpe, snijdende gitaarspel is hij Robert Plant en Jimmy Page in één persoon verenigd! Maar Led Zeppelin-invloeden of niet, Jack heeft lering getrokken uit hun verleden. Allerlei valkuilen waar de Zeps destijds met open ogen intuinden, die worden door hem zorgvuldig vermeden. Dus niks geen uitgesponnen drum- of gitaarsolo’s, niks geen pompeuze hardrock, niks geen gedoe met groupies in privévliegtuigen, niks geen zelfverheerlijking van een zanger die denkt dat ie God is… Bij Jack blijft alles simpel, klein en oprecht. Jack laat zich dan ook begeleiden door enkel een drummer, bassist en toetsenist. Niet alleen is hij een man van de eenvoud, ook blijft hij dicht bij zichzelf. De drie bandleden zijn ouwe vriendjes uit Detroit. Zo zat drummer Patrick Keeler voorheen in The Greenhornes en The Ranconteurs. Een bekend feit is voorts dat Jack niet van de setlists is, elk optreden is weer anders. Zo houdt hij het leuk en spannend, voor alle betrokkenen. Goed hoor.

Wat daarnaast opvalt is het grote aantal White Stripes-nummers dat Jack White deze avond speelt. Het zijn er zo een stuk of tien, samen maken ze zowat de helft van het optreden uit. Een beetje gemakzuchtig komt dat wel over, het betreft immers allemaal nummers van pakweg 20 a 25 jaar oud. En daarmee zijn we tot de kern van dit stukkie doorgedrongen want de centrale vraag moet luiden: is Jack White nog steeds in staat om geweldige, memorabele hooks te schrijven? Met songs als Lazaretto bewijst hij spaarzaam van wel. Maar al dat teruggrijpen moeten we toch zien als een zwaktebod. Ook het toegift getuigt van weinig lef of innovatie: dan is het feestelijk meezingen, meeklappen en hossen geblazen met ‘Steady As She Goes’ en ‘Seven Nation Army.’

0

Comments

comments