Het moest er maar eens van komen. Zoals wij hier al eerder hebben geconstateerd is het ontbreken van een goede biografie van Giorgio Moroder een grote omissie in de geschiedschrijving van de moderne muziek. Met de komst van een generatie muzikanten die hun inspiratie niet automatisch bij Beatles en Stones vinden, maar eerder bij The Human League, Gary Numan of Depeche Mode, zou je verwachten dat een of andere journalist eens in zijn pen klom om haarfijn uit de doeken te doen wat een van de aartsvaders van de moderne elektronische dansmuziek allemaal heeft uitgespookt met wie en waarom. Niet dus. Dan maar zelf doen.
De actieve muzikale carrière van Giorgio is grofweg te verdelen in drie delen, die elk ongeveer een decennium beslaan en zich in drie verschillende steden afspelen. De “bubblegum” jaren zestig in Berlijn, de “disco” jaren zeventig in München en de “movie” jaren tachtig in Los Angeles. Vandaag deel twee, met daarin de ontmoeting met Donna Summer, de internationale doorbraak, de invloed van Kraftwerk en de ontdekking van computer disco.
Musicland
Ook na Son Of My Father zitten Giorgo en Pete Bellotte bepaald niet stil. De productiviteit van het duo (nu vaak als Say Yes Productions) evenaart die van de jaren daarvoor. De singles en albums zijn bijna niet te tellen. De overeenkomst tussen al die creatieve output is dat, zeker tot 1974, vrijwel alle nummers in bubblegum- glam-, of schlagerstijl zijn. In dat laatste genre had Giorgio flink wat hits met zijn persoonlijke vriend Michael Holm. Om hun vriendschap te onderstrepen zou Michael in 1973 zelfs het nummer Giorgio und ich opnemen. Giorgio en Michael vormden samen ook nog eens het duo Spinach, dat een aantal bubblegum hits scoorde, waaronder het grandioze Action Man.
Dus daar komt de spinazie vandaan…
Giorgio blijft ook onder eigen naam werk uitbrengen. Van de andere artiesten die hij en Bellotte begin jaren 70 produceren zullen weinig namen je bekend voorkomen. De enige uitzonderingen daarop zijn misschien Mireille Mathieu, (natuurlijk) Debbie en Chicory Tip. De Mike Love met wie hij I Can’t Leave You Alone opneemt is helaas niet dé Mike Love. Het duo produceert plaatjes in het Duits, Frans, Engels en Internationaals (Sha-la-la, Rammadamma).
[youtube http://www.youtube.com/watch?v=HvHig2SrRXk&w=420&h=315]
Peggy Connelly uit Texas, we weten waar je huis woont. Compositie trouwens van Townes Van Zandt
In 1972 componeert Giorgo voor het eerst filmmuziek. Niet voor zomaar de eerste de beste film, maar voor het artistiek en esthetisch verantwoorde meesterwerk Die Klosterschülerinnen van Eberhard Schröder (bekend van de Hausfrauen-Report serie). Als je dit hoogtepunt uit het oeuvre van Giorgio wilt beluisteren, dan moet je de film er ook even bij kijken (NSFW).
Tweede blote vrouw van dit stukkie. Gaat lekker zo!
Moroder en Bellotte werken inmiddels vanuit hun eigen Musicland Studios en brengen hun muziek uit op hun eigen Oasis-label. Studio en label zijn in hetzelfde appartementencomplex gehuisvest, handig toch?. Die Musicland Studios waren in de jaren 70 en 80 trouwens een begrip in de muziekindustrie. Grote bands als Led Zeppelin, Queen, The Rolling Stones en ELO kwamen er in de loop der jaren platen opnemen. De studio bestaat helaas niet meer. Begin jaren 90 moest het gebouw wijken voor een metrostation. De nieuwe tijd, net wat u zegt…
Giorgio in Musicland
Het duo Giorgio en Pete was in de Musicland Studios een geoliede productiemachine geworden die met een groep vaste muzikanten aan de lopende band plaatjes uitpoepte, in de hoop op een hit. Zoals we al hadden geconstateerd ontbrak daarbij de focus een beetje. Het ging alle kanten op. Daarin kwam een dramatische verandering nadat het duo een advertentie plaatste waarin ze drie – liefst zwarte – achtergrondzangeressen zochten. Daar reageerde er een op: een zekere Donna Gaines.
Donna
LaDonna Adrian Gaines werd op 31 december 1948 geboren in Boston. Haar vader was een slager, haar moeder een lerares en beiden waren streng christelijke Als kind zong Donna graag. Ze voegde zich dus al op jonge leeftijd bij het kerkkoor. In haar tienerjaren imiteerde ze met vriendinnen girlroups als The Supremes en Martha & The Vandellas. In 1968 deed Donna auditie voor de hippiemusical Hair op Broadway. Die rol kreeg ze niet, maar ze kreeg wel een rol aangeboden in de Duitse variant Haare. Datzelfde jaar verhuisde Donna naar München en leerde in een paar maanden Duits. Eind jaren 60 speelde ze in verschillende musicals in Duitsland en kluste wat bij in het koor van de Weense Volksopera.
Vloeibaar Duits: Donna in Haare
Als Donna Gaines maakte ze begin jaren 70 een paar singles, maar niets om over naar huis te schrijven. In 1974 trouwde ze met de Oostenrijkse acteur Helmuth Sommer. Met hem kreeg ze een dochter (Mimi), maar het paar scheidde alweer in 1976. Donna hield de naam van haar ex, zij het een verengelste versie. In 1974 las Donna Summer Giorgio’s advertentie en besloot te reageren.
Giorgio en Pete waren erg onder de indruk van Donna en besloten meteen een soloplaat met haar te maken. Die plaat, Lady Of The Night, kwam in 1974 uit in Nederland op het Groovy label (dat ook de plaatjes van De Bereboot uitbracht). Die plaat geeft nog geen hint van de discodoorbraak van een jaar later. De single The Hostage, een spannende gijzelingsvariant van Dokter Bernard (deze versie loopt ook niet goed af), borduurde voort op het bestaande repertoire van de productiemachine uit München. In Nederland (nummer 2) en Belgie (nummer 1) had Donna succes met het nummer, mede door een daverend optreden in Sjef van Oekel’s Discohoek. Succes in andere landen bleef echter uit. Maar daar hadden ze dan ook geen Sjef van Oekel.
“Mevrouw, er is geloof ik telefoon voor u”
Love To Love You
Midden jaren 70 begon de disco uit de VS over te waaien naar Europa. Dat bleek, net als bij de bubblegum eind jaren 60, een uitgelezen kans voor Giorgio om zijn carrière de broodnodige richting te geven. Disco was hem immers op het lijf geschreven: de muziek lag makkelijk in het gehoor, was dansbaar en vrolijk en kon ook nog eens prima met behulp van synthesizers gemaakt worden. In 1975 besloten Giorgio en Pete dus om maar eens zo’n discosingle te maken. Voor wie wisten ze nog niet, maar ze betrokken wel Donna erbij. Zij was immers Amerikaans en ook nog eens zwart. Donna suggereerde de titel en schreef de “tekst” van een nummer dat stevig geïnspireerd was op Je T’aime… Moi Non Plus van Serge en Jane. De christelijke Donna vond het nummer wat te gewaagd om het zelf uit te brengen. Het trio had er eigenlijk Penny McLean van Silver Convention (later bekend van het aanstekelijke Fly Robin Fly) voor in gedachte.
Groovy indeed
Donna was wel bereid om alvast een demoversie in te zingen. Ze zong Love To Love You (aanvankelijk dus zonder Baby) echter zo geil in, dat iedereen vond dat het gewoon haar single moest zijn. Ze ging overstag en uiteindelijk kwam ook deze single in 1975 alleen uit in Nederland. Daar werd het, in een versie van 3 minuten en 20 seconden een bescheiden hit.
Donna en de spermaman bij Adje Visser
Ondanks het bescheiden succes in Nederland zagen Giorgio en Pete potentie in de VS en stuurden het plaatje naar Neil Bogart, de baas van Casablanca Records. Op een van zijn feestjes danste hij, al zijn cokevrienden en de leden van Kiss een nacht lang op Donna’s plaatje. Enthousiast belde Neil naar Giorgio en vertelde hem dat hij het nummer graag wilde uitbrengen in de US of A, maar onder de voorwaarde dat Giorgio er een lange versie van zou maken; liefst van 20 minuten. Daar kon Giorgio natuurlijk geen nee tegen zeggen. Donna stribbelde nog wat tegen, maar toen het licht van de studio uit mocht hijgde ze – liggend op de vloer van de studio – het nummer nogmaals in. Bij de preutste BBC telden ze 23 orgasmes in die versie, die uiteindelijk 16 minuten en 50 seconden zou duren. Dat is er elke 44 seconden een!
Giorgio goes global
Love To Love You, Baby zou een daverend succes worden. Niet alleen behaalde de single de tweede plek in de Billboard Hot 100, ook in Europa, ja over de hele wereld, was de single een kneiter van een hit. De single ging wereldwijd als het spreekwoordelijke warme broodje over de toonbank. Datzelfde gold voor de LP, waarvan Love To Love You, Baby de volledige kant A besloeg. Giorgio en Pete waren definitief internationaal doorgebroken!
Het succes van het trio uit München was ook nog eens de redding van Casablanca Record. Het label had namelijk veel geld gestoken in het contracteren en promoten van Kiss. Het succes van die band bleef begin jaren 70 echter uit en Donna zorgde nu voor de broodnodige cashflow. Het gezamenlijke succes werd bezegeld met de deal dat Casablanca voortaan de plaatjes van Oasis in de VS zou uitbrengen.
Kraftwerk
1975 mag dan bekend staan als het jaar dat “disco really took off”, Pete en Giorgio waren nog niet volledig bekeerd. 1975 was voor de productiemachine een soort van overgangsjaar. Naast een hele hoop singles voor de duvel en zijn ouwe moer hadden zowel Pete als Giorgio dat jaar een eigen hobbyplaatje, in uiteenlopende genres. Pete had de band Schloss, een soort kruising tussen Status Quo en The Scorpions, geadopteerd en produceerde samen met Giorgio hun eerste en enige plaat. Giorgio maakte Einzelgänger. Deze plaat is interessant, omdat het een duidelijke kopie (of pastiche zo je wilt) is van Kraftwerk. Die band had een jaar eerder een wereldhit gehad met Autobahn. Op Einzelgänger kopieert Giorgio hun stilo volledig.
Computer love
Waarom is dat zo interessant? Nou, Giorgio laat zich in interviews nogal eens meewarig uit over zijn collega’s uit Düsseldorf. Reporters vragen hem vaak over de invloed die Kraftwerk op zijn werk heeft gehad en omgekeerd. Daarbij blijkt dat Giorgio vindt dat zijn rol, zeker door de wat intelluelere muziekkenner, onderschat is, ten gunste van Kraftwerk. Giorgio heeft weinig warme woorden over voor de muziek van Kraftwerk. Hij zegt Autobahn en Die Mensch-Maschine “wel aardig” te vinden, maar bekent tegelijkertijd dat hij de band wat saai vindt in de composities en moeilijk in de omgang. Heel anders dan zijn schlagervrienden! Het heeft de schijn van kinnesinne. Desalniettemin lijkt Giorgio in 1975 het geluid van die moeilijke band interessant genoeg te vinden om het integraal te kopiëren. De invloed van Kraftwerk op Giorgio is dus misschien wel groter dan hij wil toegeven. Een aantal jaar later combineert hij namelijk precies het geluid van Einzelgänger (dat na 1975 overigens nooit opnieuw is uitgebracht) met zijn soft-discogeluid en is de computer disco geboren. Daarbij past natuurlijk de kanttekening dat het geluid van Kraftwerks Die Mensch-Machine (uit 1978) en dan met name het nummer Spacelab verdacht veel weg heeft van Giorgio’s From Here To Eternity, dat een jaar eerder verscheen. Maar we lopen op de zaken vooruit.
Soft disco
Vanaf 1976 zijn Bellotte en Moroder totaal om: disco is hun ding. Maar dan wel hún versie van disco. Het duo ontwikkelt samen met de groep vaste studiomuzikanten van Musicland een meer melodische, basgeoriënteerde variant van de zwarte disco: soft disco. Donna Summer blijft daarbij hun grootste troef. In 1976 produceren ze met haar A Love Trilogy, waarop ze hetzelfde trucje uihaalden als op Love To Love You, Baby. Kant A bestond uit één nummer van bijna achttien minuten. De plaat was internationaal een succes, maar dit keer juist niet in Nederland.
Human drum machine
Op de hoes van het album kun je lezen dat de begeleiding van Donna in handen was van Munich Machine. Dat was vanaf dat moment de naam voor de groep vaste studiomuzikanten rond Giorgio en Pete. Achter Munich Machine gingen namen schuil van muzikanten die later zelf Grote Dingen zouden gaan doen. Toetsenwizard Harold Faltermeyer, bijvoorbeeld, en human drum machine Keith Forsey, die later platen van Billy Idol en The Psychedelic Furs zou produceren en Don’t You Forget About Me van Simple Minds schreef.
In 1976 verscheen nog een album van Donna. Four Seasons Of Love is een (je raadt het al) conceptalbum geinspireerd door de seizoenen en de liefde. Verder produceerden Pete en Giorgio dat jaar een nummer met de Amerikaanse zangeres Chris Bennett, maakten een plaat met Roberta Kelly (ook een Amerikaanse die in het Duitse musical-circuit was beland) en maakte Giorgio zelf ook nog een plaat: Knights In White Satin. Drukke baasjes, hoor.
Giorgio nu ook met baard! Maar waarom houden die gasten hun kleren aan in de sauna?
In 1977 verscheen de eerste plaat van Munich Machine. Het hoogtepunt van die plaat is de 15 minuten durende discofunkjam Get On The Love Train (yep, hele kant A). Deze plaat luidde het einde in van de soft-discojaren van Pete en Giorgio. Ze besloten dat het tijd was om disco een extra zetje te geven, het naar een andere level de duwen. Giorgio greep daarbij terug naar zijn soloalbum uit 1975. Hij zocht en vond de missing link tussen commercieel succes en artistiek experiment in de moderne dansmuziek. Giorgio’s eerste solosingle van 1977, Let The Music Play, gaf een voorproefje van wat zou komen. Het nieuwe recept van Giorgio was een meer elektronische variant van disco: computer disco. Deze variant van het discogenre, bedacht en uitgevoerd door een Italiaan en een Brit, aan de voet van de zuid-Duitse Alpen, was zowel een inspiratie voor synthpop in de jaren 80 en house in de jaren 90. Tot op de dag van vandaag blijft de invloed van Giorgio’s computer disco hoorbaar in de moderne popmuziek. Maar hoe dat precies zit lees je in deel 3.
0
Ik ben er stil van. Het is een meesterwerkje tot zover. Zal mijn kleine bijdrage maar schril bij afsteken.
Zo wist ik niet dat Arie Ribbens had samengewerkt met Giorgio op Knight iWS. 🙂
Verrek het is hem 🙂 Volgens jaar als Giorgio naar de carnaval!
Wel jammer dat de stemmen van Evert van der Pik en Sjef van Oekel hier zijn weggevallen. Verkeerde fillempie opgestart?
De originele banden zijn helaas gewist om er Lingo over op te nemen.
Curieus toch dat Lady of the Night van Donna, volgens mij is er geen enkel Giorgio-nummer dat zo dicht tegen Phil Spector aan leunt. Het zou zo door the Crystals gezongen kunnen zijn, inclusief galmende drums en castagnetten. En halverwege het nummer wordt er – helemaal zoals in He’s a Rebel- zowaar een kort walsje, tango of rumba ingezet!
Zo had ik er nog niet naar geluisterd, maar je hebt gelijk: volledig bij elkaar gejat 🙂 Sowieso mooi liedje met ouderwetse Eurovisiecharme.