De senioren onder ons weten het nog goed, vroeger had je op de radio de De Dik Voormekaar Show. ‘De Groot, bosgeluiden!’ foeterde Dik dan als zijn sidekick meneer De Groot weer eens vergat het juiste knopje in te drukken. Bij deze wil ik best wel opbiechten dat ik diezelfde kreet met regelmaat uitslaak als ik de laatste plaat van FLORIST opzet. Want nee nou wordt-ie mooi, hun prachtige folky liedjes worden hier en daar flink ontsierd door een overdaad aan ‘natuurgeluiden.’ Vogeltjes, krekels, gekabbel van water… Van dergelijke toegevoegde effecten word ik altijd een beetje kriegelig en dat heb ik al sinds ‘Blackbird’ en ‘Piggies’ van the Beatles. Gek mens ben ik hè? Het kan je eigen verbeelding flink in de weg zitten, en zoiets stoort me dan. Maar ja, wie ben ik? Het gaat hier over FLORIST! Afgelopen woensdag stonden ze in Ekko.
Florist is het vehikel van mevrouw Emily Sprague. Een nogal eigenzinning menstype is zij. Ondanks haar stadse afkomst (Brooklyn, NYC) heeft ze zich op de neo-folk geworpen, iets wat we bijvoorbeeld ook kennen van Big Thief, Mount Eerie en Widowspeak. Hun vierde titellloze plaat (een dubbel-LP) is een nogal gevierd ding. Het kwam eind vorig jaar uit en staat vol met improvisaties, folk songs en ‘found footage’ oftewel her en der gevonden geluiden. Ergens las ik dat je die buitengeluiden moet zien als een ‘duet met de natuur.’ Hm.. nou okay dan.
Dat Florist nogal in de lift zit de laatste tijd is niet ten onrechte. Het is niet onprettig in het gehoor liggende muziek waar geen huisgenoot zich aan zal storen en waarbij het lekker mijmeren en dagdromen is. Hun muziek wordt geroemd omdat het zo ‘gelaagd’ en sereen is. Daarnaast heeft Florist’s frontvrouwe de pretentie om introspectief hééél diep te gaan. ‘I’m always crying when I write Florist-songs,’ liet ze eens opnoteren. Dusdanig diep gaat het dat ze niet schuwt om langs het randje van ouwe hippie-clichés te gaan, zoals ‘You are the kind of person that comes from the flower’s center / you landed in this dimension.’ Eind vorige eeuw werd je nog afgeslacht als je met dergelijke teksten kwam aanzetten. Maar tijden veranderen, tegenwoordig kom je er weer straffeloos mee weg. Nee, in haar bloemenwereld is voor cynisme geen plaats. Je stelt je er als luisteraar òf helemaal voor open òf je moet opkrassen, een andere keuze heb je niet.
Eenmaal op het podium wordt al snel duidelijk dat Emily Sprague niet je standaard rockster annex postergirl is. In tegendeel, een beetje nerdy komt ze wel over. Maar ja, waar slaat dat op eigenlijk? Als brildragers een poppodium opstappen hebben wij al gauw de neiging hen als ‘nerdy’ te kenschetsen. Daar moeten we nodig eens vanaf!
Als Emily effe later nèt iets te vroegtijdig in de set overgaat tot het ten gehore brengen van wat meer ambient-achtig solo-werk (o.a afkomstig van Florist’s voorlaatste, heel toepasselijk getitelde album ‘Emily Alone’) licht ze dat toe door op te merken dat ze voor die plaat ‘to the deepest of my soul’ gegaan is. Yep, de popartiest als mijnwerker, immer bereid om voor de energievoorziening van de natie naar de allerdiepste schachten af te dalen. Zo heeft iedereen zijn/haar functie in deze maatschappij. Maar wat dan eens temeer opvalt is dat die noeste soulsearching zich nou niet direct vertaalt in een gloedvolle stem of een flamboyant betoog. In tegendeel, haar stem en ook haar presentatie blijven vlakjes en schuchter. Van gezongen projectielen die de luisteraar midscheeps weten te raken is geen moment sprake. Waarmee ik niets af wil doen aan de enorme oprechtheid en gedurfde kwetsbaarheid waarmee Emily haar zielenroerselen te berde brengt, want die staan buiten kijf.
Een (ander) verschil met Big Thief is voorts dat het bij Florist live nooit de rock-kant opgaat. Alles blijft bedeesd en ingetogen, voor zinderingen en muzikale dynamiek is geen plaats. Niet dat ik daar meteen op zat te wachten, maar aan de andere kant mag je verwachten dan hun platen in een live-setting op de een of andere manier wat meer tot leven komen. Want dat is juist de meerwaarde van live-optredens: dat de studio-liedjes aan overtuigingskracht gaan winnen, dat je die normaliter onbereikbare popsterren nu eens van heel dichtbij kan ruiken en zien, dat je hun nieren kan proeven… Maar in het geval van Florist blijft het allemaal wat afstandelijk. Een verschil met hun platen is echter wèl dat in Ekko allerlei tierelantijnen en muzikale accentjes achterwege blijven. Daardoor neemt de bejubelde gelaagdheid af en moeten we het doen met een gestripte, naakte versie van henzelf. En dat is ook een attractie. Een uitzondering wordt echter gemaakt voor de vogeltjesgeluiden, want die hebben ze digitaal ingepakt en meegenomen naar Europa. Tjilp tjilp…, tjilp tjilp… het getjilp is niet van de lucht in Ekko. ‘De Groot, zandzakken voor de deur!!’ Goeie grutten, daar heb je de cynicus in mij weer. Moeilijk hoor.
0